DE KERK ALS CONTRASTGEMEENSCHAP
Kerk-zijn in een seculiere tijd
Auteur: Dick Wolters
ISBN: 978-94-93220-81-2
Uitgeverij: Skandalon
Lange Noordstraat 23
4331 CB Middelburg
info@skandalon.nl
Dick Wolters onderzoekt in zijn studie: ‘Wat betekent het om kerk te zijn in een post-christelijke samenleving? De kerk zoals we haar kenden is aan het verdwijnen, maar dat kan niet het laatste woord zijn. In de kerk staat immers het Paasverhaal centraal: door de dood breekt nieuw leven door’. Er komt een concentratie op de kern, zoals te lezen is in Handelingen 2, 42: ‘Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed’. De kern ligt niet in haar organisatie. In de kerk worden mensen geopend voor een andere werkelijkheid om van daaruit te leven. En juist hierin zou kunnen blijken dat de kerk relevant is voor de seculiere samenleving.
Het werk van de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas is voor deze studie relevant, omdat hij als een van de eersten het begrip van de kerk als contrastgemeenschap noemt. De kerk heeft een eigen verhaal. Het is niet een strategie om tot een betere, vreedzamere wereld te komen. Het is de consequentie van de navolging van Jezus Christus. De kerk vertelt ook het verhaal hoe ze de wereld kan dienen. Zij weet dat God de wereld geschapen heeft en dat Hij haar lief heeft. De wereld kent het ware verhaal over zichzelf niet. De kerk kan haar laten zien wie ze in werkelijkheid is. Christenen vormen een gemeenschap die trouw is aan het Koninkrijk van God. En daarmee is ze voor de wereld een alternatief.
Die gemeenschap van de kerk is voor Hauerwas cruciaal, omdat daarin een christen wordt gevormd. Dat gebeurt deels door het verhaal dat daar wordt verteld en de liturgie die daar in praktijk wordt gebracht. En misschien nog belangrijker is het contact met andere christenen. ‘De kerk belijdt – aldus Hauerwas – dat de machten en krachten van deze wereld zijn overwonnen en dat de nieuwe era van het Koninkrijk van God is aangebroken. Het verhaal van deze nieuwe schepping kan niet zonder een gemeenschap die deze nieuwe realiteit uitleeft. Zo is het leven van de martelaren bijvoorbeeld een krachtig getuigenis. (…) Tegen alle verwachtingen in leidde hun dood tot de groei van de kerk’.
Voor Hauerwas is ‘een christen per definitie een vreemdeling in deze wereld’ en is ‘de secularisatie als een zegen voor de kerk’. Het is ‘voor christenen een kans om opnieuw te ontdekken wat het betekent om Jezus als Heer te belijden en om deel te zijn van een gemeenschap die zich onderscheidt van de wereld’. Christenen zijn‘ per definitie onderweg, omdat ze in de wereld niet thuis zijn, op weg naar het Koninkrijk van God’. In dat kader kan Hauerwas wijzen op het groot aantal ‘reisverhalen’ in de Bijbel. Christenen zijn discipelen. Ze zijn opgenomen in het verhaal van Gods reddend handelen. Ze volgen, met alles wat ze zijn, Jezus. Hun hele leven staat in zijn dienst. Hem volgen wil zeggen steeds meer worden zoals Hij.
Hauerwas zet zich met zijn contrastecclesiologie niet zozeer af tegen de wereld, maar tegen het Amerikaans cultuurchristendom. In een apart hoofdstuk, getiteld ‘Naar een sterkere contrastecclesiologie’, wil de auteur Dick Wolters de visie op de kerk als contrastgemeenschap – zoals we die bij Hauerwas vinden – versterken voor de Nederlandse context. Anders dan Hauerwas wil hij het gesprek voeren met de Nederlandse seculiere samenleving. Deze polemiek is wellicht te verklaren vanuit de context van het Amerikaans christendom en de invloed van religie op het maatschappelijke debat aldaar. De context is in Nederland heel anders en het lijkt noodzakelijk om genuanceerder te spreken over de relatie kerk en wereld.
Dick Wolters geeft interessante bijdragen over contrast als eschatologisch begrip, als pneumatologisch begrip, als liturgisch begrip, als een pedagogisch begrip, als een ethisch begrip en als een missiologisch begrip. Bij Hauerwas staat niet zozeer de waarheid van het spreken centraal, maar eerder de waarachtigheid in woord en daad. De visie van de kerk als contrastgemeenschap is hierbij gebaat. Hauerwas weerlegt de focus van gekende waarheid naar belichaamde waarheid. Juist deze verschuiving van het spreken (logos) naar het handelen (ethos) kan best verhelderd worden door de verschuiving van waarheid naar waarachtigheid. Hij legt de nadruk op waarachtigheid (truthfulness) in navolging van Christus.
In het laatste deel van zijn boek, getiteld: DE CONTRASTGEMEENSCHAP IN GESPREK, heeft Dick Wolters het eerst over: GESPREK MET KERK EN THEOLOGIE. Hauerwas’ christologie. Belangrijk is dat hij de mens Jezus centraal wil stellen, in plaats van het dogma over Christus. Zowel Hauerwas als Bonhoeffer zoeken naar een ‘contrastkleur’ met de wereld. Maar door het contrast vanuit het kruis te beschrijven, zoals Bonhoeffer doet, kan ‘het kruis alleen kostbare genade zijn dankzij Jezus Christus’. Hauerwas’ scheppingsleer. Vanuit de theologie van Heiko Miskotte kan het denken van Hauerwas verder worden verduidelijkt en aangevuld. Contrasterend is niet de gemeenschap die zich afzondert van de wereld, maar de gemeenschap die door God aangesproken door zijn Woord anders naar de wereld kijkt en in de wereld staat. Hauerwas’ eschatologie. Dick Wolters gaat hier in gesprek met Tom Wright, een Bijbels theoloog. Verlossing is voor Wright niet het ‘naar de hemel gaan’, maar deel krijgen aan het nieuwe leven dat God, door Jezus, schenkt aan de hele kosmos. Daarmee krijgt het christelijk geloof betekenis voor het hier en nu en voor de wereld als geheel. Hauerwas pneumatologie. Hier gaat Dick Wolters in gesprek met Sarah Coakley, Anglicaanse priester en theoloog. Bij Coakley staat de mystieke eenwording en de overgave aan extatische werking van de Geest ‘in ons’ centraal; Hauerwas komt niet verder dan dat de Geest‘voor ons’ bidt. Dit contrast betekent echter geen afscheiding van de wereld.
In het laatste deel van zijn boek, getiteld: DE CONTRASTGEMEENSCHAP IN GESPREK, heeft Dick Wolters het ook over: GESPREK MET SECULIERE DENKERS. Met Hans Boutellier gaat hij in gesprek rondom het thema moraal. Hans is positief over de ethiek van de seculiere samenleving en roept de vraag op of religie van toegevoegde waarde is. Met Bas Heyne gaat hij in gesprek rondom het thema verhaal. Bas probeert een antwoord te formuleren op het verlies van een religieus verhaal in een post-truth-samenleving die in staat is om individuen aan elkaar te verbinden. Met Ad Verbrugge gaat hij in gesprek rondom het thema gemeenschap. Net als Hauerwas signaleert Ad scherp de uitdagingen van de liberale samenleving waarin de mens alles en iedereen objectiveert. Uit die drie gesprekken brengt de auteur de verschillende winstpunten samen door ze te concretiseren in gesprek met Willem Jan Otten, die vanuit zijn bekering reflecteert op wat hij als zinvolle kerkelijke contrastpraktijk van de kerk heeft ervaren.
In conclusies gaat het over: De kerk als contrastgemeenschap. Vanuit contrast tot de kern en de roeping van kerk-zijn. De relevantie van de contrastgemeenschap in een seculiere tijd.
Mark Cornelis
