Zijn koningschap is niet van deze wereld
Welkom – Verontschuldigingen
Aansteken van de paaskaars
Openingslied: Welke God wordt hier aanbeden?
Inleiding – korte duiding van het thema
Gebed om vergeving
- God, ontferm U over hen die vereenzaamd leven in onze buurt.
Dat wij hen opzoeken en nabij zijn.
Dat wij echt tijd maken voor hen.
- Heer, ontferm U.
- God, ontferm U over hen die uit schaamte niemand durven binnenlaten bij hen thuis.
Dat zij in hun noden en zorgen toch bijgestaan worden.
- Christus, ontferm U.
- God, ontferm U over hen die zich niet veilig voelen in de buurt.
Dat zij weten bij wie zij terecht kunnen om in vrede gelukkig te zijn.
- Heer, ontferm U.
God, wees liefde in ons en help ons op weg naar mensen, om zo uw droom van een
koninkrijk , waar allen met allen gelukkig zijn, waar te maken.
Openingsgebed (Samen)
God, als het stormt in ons leven,
als alles overhoop gehaald wordt
wat zeker en veilig leek,
geef ons dan beschutting tegen de harde wind,
een plek om op adem te komen.
God, geef dat wij niet altijd de gemakkelijkste weg zoeken,
dat wij durven protesteren tegen alles wat onrechtvaardig is,
dat we niet bang zijn maar opkomen voor iedereen die zich niet staande kan houden.
Dank, God, dat Gij ons zo sterkt met uw zegen.
Amen.
Inleiding lezingen
Het feest van Christus Koning van het heelal is niet triomfantelijk bedoeld. Dat maken de lezingen duidelijk. In het evangelie van Johannes zijn we in het lijdensverhaal beland.Johannes toont ons hier hoe Jezus zichzelf als koning ziet. De paradox bij Johannes is, dat Jezus juist tijdens het lijdensverhaal over zijn koningschap spreekt. Juist wanneer Jezus wordt veroordeeld, gegeseld, aan het kruis geslagen, wordt zijn koningschap helder. Dwars doorheen alle krenking en vernedering, blijft Jezus ‘koninklijk’ soeverein. In zijn kruisweg blijft de werkelijkheid van zijn innerlijk koningschap bestaan.
Jezus wordt verhoord door Pilatus. Pilatus was gouverneur van Judea van 26 tot 36 na Christus. Hij moest zorgen voor orde en rust in het gebied en rebellie probeerde hij daarom te onderdrukken. Volgens de Joodse geschiedschrijver FlaviusJosefusging Pilatus daarbij erg gruwelijk te werk. Hij wordt daarvoor zelfs ter verantwoording geroepen bij keizer Nero in het jaar 36 en uit zijn ambt gezet. Pilatus’ angst voor de ondermijning van zijn macht, maakt dat hij met bruut geweld tewerk gaat. En juist daaraan gaat zijn macht uiteindelijkten onder…
(= doordenkertje)
Johannes stelt Pilatus eerder voor als een zwakkeling. Waarschijnlijk speelt daarbij angst voor Romeinse represailles een rol. Het verhoor wordt voorgesteld als een dialoog tussen Jezus en Pilatus. Deze twee personages staan voor twee tegengestelde mens- en Godsbeelden. Pilatus is de mens-van-deze-wereld die oog in oog komt te staan met de mens die verbonden leeft met God… Pilatus weet echter niets van dat onderscheid. Voor hem bestaat er slechts deze wereld waarin hij zich staande moet zien te houden. Het gesprek over ‘koningschap’ dat in dit evangeliestukje wordt weergegeven,lijkt dan ook meer op een dovemansgesprek tussen Pilatus en Jezus dan op een dialoog.
We luisteren naar de tekst…
Lezing uit Johannes 18,33-37
Pilatus liet Jezus bij zich komen en vroeg aan hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘Vraagt u dat uit uzelf? Of hebben anderen dat over mij gezegd?’ Pilatus antwoordde: ‘Natuurlijk vraag ik dat niet uit mezelf. Ik ben geen Jood. Maar uw eigen volk en de hogepriesters hebben u bij mij gebracht. Wat hebt u verkeerd gedaan?’ Jezus zei: ‘Ik ben geen koning zoals de koningen van deze wereld. Als ik een aardse koning was, dan zouden mijn dienaren voor mij gevochten hebben. Dan zou ik niet aan de Joden uitgeleverd zijn. Maar ik ben geen aardse koning.’ Toen vroeg Pilatus aan Jezus: ‘U bent dus wel een koning?’ Jezus antwoordde: ‘U noemt mij een koning. Maar ik zeg u: Ik moet de waarheid bekendmaken. Daarvoor ben ik geboren en daarvoor ben ik naar de wereld gekomen. Iedereen die aan de kant van de waarheid staat, luistert naar mijn woorden.’
(even stille tijd om te laten bezinken)
Duiding
In dit evangelie toont Jezus ons vandaag een route, ook al lijkt niet iedereen die te volgen. Een machtig tafereel wordt opgevoerd. Jezus staat tegenover Pilatus.
Aan de ene kant de Romeinse bezetter, de vertegenwoordiger van de keizer, de heerser van de wereld, omringd door soldaten met zwaarden en pieken: uiterlijk machtig maar innerlijk verveeld met de aanklacht vanwege de hogepriesters en het volk. Duisternis heerst in het hart van Pilatus, zoals er duisternis heerste in de Romeinse wereld van toen: corrupt, immoreel en wreed.
Aan de andere kant Jezus, de geboeide: aangeklaagd door de Joodse religieuze leiders, overgeleverd in de handen van beulen, vernederd, uiterlijk machteloos. Maar tegelijk innerlijk vrij, eerlijk en moedig, krachtig in zijn kwetsbaarheid.
Pilatus vraagt Jezus of het klopt waarvan de aanklagers hem beschuldigen. Hij vraagt: Ben jij de koning van de Joden? Jezus wedervraag is wat eigenaardig: Vraag je dat uit jezelf?
Dat lijkt Pilatus een domme vraag. Natuurlijk vraagt hij dat niet uit zichzelf! Hij herhaalt de beschuldigingen van anderen – zonder echt bij zichzelf te rade te gaan (zou hij trouwens wel weten wat dat is?). Pilatus lijkt hier een lege doos die beheerst wordt door omstandigheden buiten hem. De vraag van Jezus is voor ons van belang als we temidden van moeilijkheden toch vrije mensen willen blijven – zoals hij. Laten we ons beheersen door wat anderen bepalen/zeggen/denken/doen? Of durven we bij ons diepste zelf te rade gaanen daarnaar handelen – zoals Jezus doet?
Pilatus’ volgende vraag (Wat heb jij verkeerd gedaan?) is voor hem geen neutrale vraag. ‘Verkeerd’ in de ogen van Pilatus is dat wat zijn macht bedreigt. Jezus probeert daarop duidelijk te maken dat hij geen bedreiging vormt voor een politiek leider als Pilatus. Hij heeft het over vechten en uitleveren, over een wereld vol machtsstrijd: dat zijn de middelen die Pilatus vertrouwd zijn, maar die gebruikt Jezus niet! Het koningschap van Jezus is erg tegendraads…
Pilatus heeft niet echt begrepen wat Jezus daar zegt, maar hij heeft hem het woord ‘koning’ horen gebruiken. En Dus vraagt hij: Jij bent dus wel een koning?Jezus raadselachtige antwoord luidt: JIJ noemt mij koning OF Jij noemt mij koning?
Jezus vindt het zijn taak ‘de waarheid bekend te maken’. De waarheid van Jezus’ koningschap is aanwezig IN deze wereld maar is tegelijk NIET VAN deze wereld. Jezus koningschap komt van elders; zijn koningschap ontvangt hij van Godswege – niet uit handen van de keizer van Rome. Is het over deze ‘waarheid’ dat Jezus het heeft? Wie zijn dat die daarnaar luisteren? Zijn dat Jezus afwezige leerlingen? Zijn dat de lezers van het evangelie die hier voor de keuze gezet worden?
Als er in mij een domein is waarover de wereld geen macht heeft, hoe ga ik daar dan mee om?Als ik trouw blijf aan mezelf -zoals ik door God bedoeld ben-, kan ‘de wereld’ dat niet teniet doen.Dat betekent ook voor mij en voor elk van ons dat veroordeling door anderen, onbegrip of krenking de ‘koninklijke mens’ in mij niet teniet kan doen. Wanneer ik schipbreuk lijd, is er iets in mij dat niet stuk kan breken. Zelfs in mijn sterven kan de goddelijke waardigheid mij niet worden ontnomen. Het besef dat mijn koningschap niet van deze wereld is, zorgt ervoor dat ik in deze wereld kalm en onafhankelijke blijf, dat ik vertrouwen heb en een innerlijke kracht bezit die niemand kan breken.
Daarmee wordt Jezus voor mij een uitnodiging om mijn eigen koninklijke waardigheid te ontdekken en ze juist ook te onderkennen in mijn lijden, in mijn zwakte en machteloosheid, in mijn vastgenageld-zijn op het kruis.
Enkele vraagjes:
Wanneer dat klopt, hoe zou jij jezelf ervaren wanneer een ander jou bekritiseert of wanneer je in jouw relatie of vriendschap gekwetst wordt?
Waar sta jij ergens tussen Jezus en Pilatus?
Uitwisseling
(eerst even luisteren naar muziek om iedereen de kans te geven zijn/haar gedachten te ordenen – daarna pas uitwisselen)
Tussenzang: Ankerlied
Geloofsbelijdenis (Samen)
Ik geloof in het leven
mij gegeven als enige kans
om mens te worden.
Ik geloof in God, de Bevrijder,
Schepper van hemel en aarde,
die zin en grond is van mijn bestaan,
hoop en uitzicht door alles heen.
Ik geloof in Jezus, zijn Zoon,
de Mens om nooit te vergeten;
in Hem hebben wij Gods goedheid gezien:
de Christus, voor mensen van alle tijden.
Ik geloof in zijn Wijsheid,
die levend maakt en kracht geeft,
die werkt in mens en tijd,
die het kwaad en onrecht aandurft,
en de Liefde handen en voeten geeft.
Ik geloof in zijn gemeenschap van de Kerk
die pelgrimeert van donker naar licht,
van nacht naar dag,
naar de verlossing toe.
Ik geloof in dit leven
als weg en werkelijkheid
naar de liefde die volkomen is.
(Ward Bruyninckx)
Tafelgebed
Bij wie gaan wij aan tafel?
We kunnen bij Pilatus aan tafel gaan. Als we alles laten bepalen door macht en geld.
We kunnen ook bij Jezus aan tafel gaan. Als we kiezen voor de Liefde die ons innerlijk uitnodigend beroerd en tot wederliefde bezielt.
(Afwisselend lezen: mannen – vrouwen)
Aan deze tafel zijn wij uitgenodigd,
wij mensen, zo verschillend van aard,
wij mensen die het goede zoeken.
Aan deze tafel zijn wij uitgenodigd,
wij mensen met onze kwetsuren,
wij mensen met onze angsten.
Mensen die elkaar het licht in de ogen gunnen,
mensen die niet van elkaar wegkijken,
aan deze tafel gebeurt de toekomst.
Op deze tafel schijnt het licht van de Ene,
de Onbegrepene, de Gekruisigde,
de Genezer van onze zielenwonden.
Moge Gods Geest ons bezielen om deze tafelgemeenschap te beleven in de ontmoetingen van elke dag. Daartoe delen wij het brood…
Daartoe delen wij water en wijn – en klinken op mensen en wensen…
Ter overweging bij het Onze Vader
Zeg niet: “Vader”, als je geen kind kunt zijn.
Zeg niet: “Onze”, als je slechts aan jezelf denkt.
Zeg niet: “Hemelen”, als je slechts aardse zaken verlangt.
Zeg niet: “Uw naam worde geheiligd”, als je voortdurend je eigen eer zoekt.
Zeg niet: “Uw rijk kome”, als je hoopt er zelf beter van te worden.
Zeg niet: “Uw wil geschiede”, als je geen tegenslag kunt dragen.
Bid niet voor het brood van vandaag, als je niet voor de armen wilt opkomen.
Bid niet voor vergeving van schulden, als je in wrok leeft met familie of buren.
Bid niet voor een leven zonder beproeving, als je voortdurend met het kwaad omgaat.
Bid niet voor een leven zonder kwaad, als je niet op zoek bent naar het goede.
Zeg niet: “Amen” en “Zo zij het”, als je dit gebed niet ter harte neemt.
Onze Vader
Bidden om vrede
Wat kunnen wij concreet doen zodat onze handen niet verslappen voor gerechtigheid?
Hoe tastbaar zijn onze tekenen van liefde voor kwetsbare mensen?
Daarom bidden wij:
Jezus, wij zien uit naar uw komst, uw Rijk van vrede en gerechtigheid.
Doe ons aanwezig zijn en laat ons verantwoordelijk voelen voor mensen.
Dat wij volharden in aandacht en barmhartigheid en vreugde delen voor elke mens.
Geef dat wij zo handen aan vrede geven, U onze vredebrenger voor vandaag en tot in eeuwigheid.
Amen.
Lied Sjaloom
Slotgebed
God,
Uw gezalfde, Uw Christos, , was Koning in een omgekeerde wereld.
Macht veranderde Hij in liefde.
Hij wilde Zijn Rijk uitbreiden door de aantrekkingskracht van de goedheid.
Help ons om Hem daarin na te volgen en beziel ons daartoe met Uw Geest.
Amen.
Slotlied: Geef ons dat wij durven leven
Aandenken:INRI duiden
Bronnen:
Woorden voor onderweg. Evangelieteksten geïnterpreteerd (Herman Servotte)
Beelden van Jezus (Anselm Grün)
Het Woord is mens geworden (Jean Bastiaens)
Veermappen
Elly en Wim