Viering september 2024

Wie zijn leven verliest … zal het redden

Marcus 8,27-35

 

Welkom

Goedemorgen allemaal en welkom op deze eerste viering van ons nieuwe werkjaar. We hopen dat jullie in onze Veervieringen inspiratie en een vernieuwd spiritueel enthousiasme mogen ervaren.

Verontschuldigingen …

Wie er niet meer bij zal zijn is Jan Reyskens, papa van Leona en de man van Monique, die tijdens de voorbije vakantie is overleden. Dat hij een leven lang als een geïnspireerde christen zich in tal van organisaties heeft ingezet voor een betere wereld, is nog eens duidelijk geworden tijdens de indrukwekkende avondwake en uitvaartdienst, telkens in een bomvolle kerk. Met dank aan Annie en Ward die samen met de familie van dit afscheid een beklijvende gebeurtenis hebben gemaakt.

Openingslied    Welke God wordt hier aanbeden?

Voorstelling jaarthema en thema van de viering

Het nieuwe werkjaar is gisteren officieel gestart met een denkdag voor de voorgangers. Er was al eerder overeengekomen dat we onze werking ditmaal zouden afstemmen op de kerkelijke kalender. Voor onze vieringen zullen we ons inderdaad baseren op de teksten van de derde zondag van elke maand zoals die voor het kerkelijk jaar zijn vastgelegd.

Maar Het Veer zou Het Veer niet zijn als we aan dat opzet geen eigen inkleuring zouden geven. Toen we ons verdiepten in de lezingen van de verschillende zondagen van de maanden september, oktober, november … werd al snel duidelijk dat een aantal kerngegevens voortdurend terugkeerden, waarden die door Jezus werden vooropgesteld en beleefd en die haaks staan op wat de wereld van ons verwacht.

In de wereld moet je vooraan staan, streven naar succes, carrière maken, je doen gelden, zorgen dat jijzelf en diegenen met wie je samenleeft het goed hebben en hun weg maken … In het evangelie vind je net het omgekeerde: de laatsten zullen de eersten zijn, niet ik maar de andere heeft voorrang, wie groot wil worden moet dienaar zijn, en als je echt top wil zijn, moet je verkopen wat je bezit en het aan de armen geven …

In ons dagelijkse doen en laten zijn we ons te weinig bewust van die uitdaging. We weten allemaal dat wat Jezus heeft gepredikt en voorgeleefd een zegen kan zijn voor onszelf en voor de wereld waarin wij leven, tezelfdertijd leeft het besef dat we daarmee tegen de stroom in gaan. En dat kan pijn doen.

Die tegenstelling hebben we proberen te vatten in de overkoepelende titel voor onze vieringen ’24-’25: Voor de wereld, niet van de wereld. Ze staat mooi verwoord in het volgende tekstje van de Franse mystica en sociaal werkster Madeleine Delbrêl:

Christenen zijn in de wereld als ‘geleiders’,

in de betekenis van elektrische draad,

geleiders van iets dat de wereld niet in zich draagt,

dat de wereld niet uit zichzelf kan voortbrengen.

 En hoe meer ze zijn ‘opgeladen’ voor de wereld,

hoe meer ze voor de wereld zijn voorbestemd.

Het kruis dat zij moeten dragen, is een ‘overspanning’

tussen hun intieme verbondenheid met de wereld                                                  

en hun innerlijke opdracht die vreemd is aan de wereld.  

 

Christenen zijn voorbestemd voor de wereld, ze hebben daar een rol te spelen, zegt Delbrêl, maar ze moeten weten dat ze altijd weer zullen botsen op wereldse idealen die anders zijn georiënteerd. Daar ligt het kruis dat een christen moet dragen. Dat kruis vinden we vandaag terug in de evangelietekst van Marcus: Wie mijn volgeling wil zijn, moet zijn kruis opnemen. Met aansluitend ook die andere ongemakkelijke uitspraak van Jezus: Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. En wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het redden.

In het evangelie van deze derde zondag van september zit nog een ander boeiend gegeven: Wie zeggen de mensen dat ik ben? vraagt Jezus aan zijn leerlingen. En daarna op de man af: Wie zegt gij dat ik ben? Het is een vraag die mensen al tweeduizend jaar bezighoudt. Door de eeuwen heen is daar een opvallend divers antwoord op gegeven.

Op deze tafel hier voor ons hebben we een reeks oude boekjes uitgestald. Het zijn gebedenboekjes uit lang vervlogen tijden. Onze grootouders en betovergrootouders hebben er hun geloof mee beleden. Ook zij hebben aan Jezus een gezicht gegeven. Dat beeld was tijdsgebonden, net zoals het beeld dat wij van hem hebben tijdsgebonden is. Straks komen we nog terug op deze boekjes en onderzoeken we of er overeenkomsten zijn tussen toen en nu. Om uiteindelijk te komen tot een antwoord op de vraag: Wie zegt gij dat ik ben? Ons antwoord vandaag.

Laten we nu de paaskaars en de lichtjes aansteken en samen het openingsgebed bidden.

Openingsgebed

God, onze Vader,
wek ons uit onze vermoeidheid.

Laat het Woord van Jezus klinken in ons midden
en bewerk in ons het wonder van de opstanding.
Vernieuw ons,
doe ons opleven
door Hem en voor Hem,
vandaag en morgen en alle dagen
die ons gegeven worden.
Amen.

 

Vergevingsmoment

 De geest van deze tijd,

de geest van ieder voor zich en God voor ons allen,

heeft mensen verdeeld en vervreemd van elkaar.

Voor zover wij die mensen zijn, bidden wij om vergeving.

A. Heer, vergeef ons onze schuld
zoals wij ook elkaar vergeven

De geest van deze tijd jaagt mensen op in een race

van hebben en houden, in plaats van breken en delen.

Voor zover wij die mensen zijn, bidden wij om vergeving.

A. Heer, vergeef ons onze schuld
zoals wij ook elkaar vergeven.

De geest van deze tijd doet mensen geloven

dat tijd geld is en stilte een overbodige luxe.

Voor zover wij die mensen zijn, bidden wij om vergeving.

  1. Heer, vergeef ons onze schuld
    zoals wij ook elkaar vergeven.Vader, tegen de geest van de tijd in bidden wij

om ons hart open te stellen voor een nieuwe geest,

de Geest van Jezus die ons de weg heeft gewezen. Amen

Lied   Voor kleine mensen

 Lezing:  Marcus 8,27-35

 Duiding en uitwisseling

Wie is Jezus? En waar staat hij voor? Het zijn vragen die ruim tweeduizend jaar geleden al werden gesteld. Onder meer in het evangelie van Marcus dat we zonet hebben gelezen. De antwoorden waren erg verschillend en meestal ingegeven door persoonlijke verwachtingen in een context van onderdrukking door de Romeinse overheerser. Velen zagen in hem een profeet of iemand die een nieuw tijdperk aankondigde, zoals Johannes de Doper dat had gedaan. Alleen Petrus heeft door dat er iets meer aan de hand is: Gij zijt de Christus. Waarop Jezus hem en de anderen uitdrukkelijk verbiedt daarover te spreken. En dan gaat Jezus verder over het lijden dat hem te wachten staat, hoe hij door de hogepriesters en de Schriftgeleerden zal verworpen worden en ter dood gebracht, en drie dagen later zal verrijzen.

Vooral dat lijden en het ter dood brengen van Jezus is iets wat Petrus niet kan bevatten. Hij neemt Jezus terzijde om het daar eens over te hebben. Maar Jezus wijst hem in bijzijn van de medeleerlingen in niet mis te verstane bewoordingen terecht: Ga weg, satan, terug! Want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil. Een duidelijk statement: voor wereldse ambities moet je niet bij Jezus zijn. In het koninkrijk van God dat hij voor ogen heeft, moet je dienaar zijn, jezelf wegcijferen, je leven verliezen, je kruis opnemen. Alleen op die manier kan je zijn volgeling worden.

Petrus had het niet gesnapt, maar na hem zijn er nog velen geweest die de uitspraken van Jezus niet begrepen of niet wilden begrijpen. Niet zelden met de bedoeling hem voor de eigen zaak te recupereren. Dat is ook in de 21ste eeuw nog het geval: vandaag presenteert Poetin zich als de behoeder van de christelijke waarden; en als Trump in november de presidentsverkiezingen zou winnen, zal dat mede zijn dankzij de christengemeenschappen in de States die hem openlijk steunen.

Dat heeft veel te maken met de talrijke pogingen die zich in de geschiedenis hebben voorgedaan om van Jezus en zijn boodschap een sluitend en universeel geheel te maken. Met eraan gelinkt een hele lijst regeltjes, geboden en verboden. Een voorgeschreven geloof dat te nemen of te laten is, dat afschermt en uitsluit. Een geloof dat graag tegen de macht aanschurkt. En waar machthebbers zich gewillig achter scharen, omdat het hun greep op de maatschappij alleen maar versterkt. Een koud geloof met verdoemenis en hel als stok achter de deur.

Dat geloof is ook in deze oude gebedenboekjes (uitgestald op de tafel) terug te vinden. Op een uitzondering na dateren ze van de tweede helft van de 19de eeuw. De ouderen onder ons hebben de uitlopers van dat geloof nog meegemaakt of tenminste kunnen gadeslaan. Zelf denk ik dan aan mijn grootmoeder, de enige grootouder die ik als kind heb gekend. Ze was 80, in mijn herinnering stokoud, altijd in het zwart, met een lange rok en grijze haren gebundeld in een dot.

Er zit veel ‘schuld en boete’ in deze boekjes, veel regeltjes met punten en komma’s, gericht op zielenheil en de steile weg die daarnaartoe leidde. Ruimte voor vragen was er amper, dogmatisch verpakte antwoorden en zekerheden des te meer. Te weinig plaats ook voor vreugde en blijheid. Alsof dat niet mocht. Geloof zoals het toen hoorde, vakkundig geserveerd maar onderkoeld.

Toch is dat bij mij als kind nooit zo overgekomen. Het keurslijf was achteraf bekeken ongetwijfeld beklemmend en de teksten eerder deprimerend dan verheffend, maar er was ook iets wat we vandaag heel hard missen: de diep gewortelde overtuiging dat een mens niet alles in handen heeft, dat er meer is dan alleen ‘ik’, dat niet zelfrealisatie maar zorg voor de ander het hoogste doel is. Wie zijn leven verliest … zal het winnen.

Het is mijn diepe overtuiging dat, over de ellenlange voorschriften en litanieën heen, mijn grootmoeder en met haar vele anderen hadden begrepen dat daar de kern lag van het hele religieuze verhaal. Dat geloven ook een kwestie is van doen. En dat was aan hun manier van samenleven te merken.

Het kan geen toeval zijn dat precies in die tijd talloze mensen, ook uit mijn omgeving, bereid waren zichzelf weg te cijferen om zich ten dienste te stellen van de noden die zich aandienden, hier of elders in de wereld, met een engagement dat geen grenzen kende: 24 uur op 24, een leven lang. Wie zijn leven verliest om mij en het evangelie, zal het redden.

Als ik die boekjes zie, en mijn grootmoeder voor ogen haal, denk ik spontaan aan de vraag die je gegarandeerd te horen krijgt in Westmalle, in café Trappisten, als je een tripel bestelt: koud of van ’t schap? Een tripel van Westmalle, het beste bier op aarde, serveer je niet koud uit de frigo. Om er met volle geneugten van te genieten en zijn rijke aroma’s tot je te laten doordringen, is kamertemperatuur, van ’t schap, de aangewezen formule.

Die boekjes, denk ik dan, dat is koud geserveerd geloof, netjes afgelijnd en versmacht onder de voorschriften. Het geloof van mijn grootmoeder zoals ik dat heb ervaren, was er een op kamertemperatuur, een geloof dat mensen verbond, een geloof van ’t schap.

Op de vraag: Wie zegt gij dat ik ben? verwacht Jezus geen netjes verpakt antwoord waarop je een score kan krijgen op een schaal van tien. Daarvoor was zijn voorbeeld te verheffend en tezelfdertijd te diep menselijk, en kleurde hij te vaak buiten de lijntjes. Zijn boodschap was een warme boodschap voor de wereld, al was ze niet van de wereld en ging ze regelrecht in tegen de heersende ideeën en principes van wereldlijke én religieuze leiders. De warmte van dat geloof hebben we vandaag meer dan ooit nodig. Geen netjes verpakt geloof, maar een bevrijdend geloof dat de kwaliteiten en talenten van een mens naar Gods beeld vol tot zijn recht laat komen. Een geloof op kamertemperatuur, een geloof van ’t schap.

Geloofsbelijdenis

Ik geloof in God die de aarde schiep
als een huis van vrede voor de mensen
waar Hij in ons midden zou wonen.
Die de mensen heeft gemaakt tot wat ze zijn,
om van elkaar te houden en licht te zijn
waar het duister is.
Zijn licht scheen in de wereld,
in Jezus van Nazareth, mens van vlees en bloed.
Hij liet ons zien wie God is, wat goed en rechtvaardig is.
Het kwaad in de wereld liet Hem sterven, maar Hij stond op:
bij God heeft de dood niet het laatste woord.
Ik geloof in de Geest die werkt in ieder mens
om te leven in het rijk van God.
Hij geeft ons het echte leven,
mens te zijn voor Gods gezicht.
Ik geloof met anderen,
dat wij samen op weg zijn naar Gods wereld.

Voorbeden

Soms slaat de angst ons om het hart,
door wat er gebeurt in ons persoonlijk leven
en in de grote wereld om ons heen.

  1. Help ons om ons niet te laten overspoelen door onheil,
    maar te blijven vertrouwen op U,
    op de kracht van het goede.

Geef ons de kracht en kom ons bevrijden

  1. Angst voor onrecht, kwaad en verdriet

kan verlammend werken.
Geef ons de moed om op onze eigen kleine plek,

in ruimte en tijd, te doen wat we kunnen
om onze wereld dichter te laten aansluiten
bij Uw droom van vrede en gerechtigheid.

Geef ons de kracht …

  1. Wij bidden voor de slachtoffers van onrecht en geweld.
    Het kwaad is zichtbaar in onze wereld,
    ook al kunnen wij het soms niet begrijpen.
    Geef ons de kracht om te blijven geloven in het goede
    en alles te doen om het kwaad, de pijn en de dood
    niet het laatste woord te laten hebben.

Geef ons de kracht …

  1. Laat ons ook oog hebben

voor wat er in de grote wereld gebeurt.
Help ons om de moed niet te verliezen
en ons steentje bij te dragen
om problemen te bestrijden
met kleine, efficiënte oplossingen in Uw geest.

Geef ons de kracht …

Tafelgebed

Brood,

resultaat van meel en water,

gist of desem en wat zout.

Liefdevol gekneed door mensenhanden.

Toegedekt en op een stille plek

om het rustig te laten rijzen

en dan te bakken in een warme oven.

 

Wijn,

uitgekozen druiven

met liefde geperst door mensenhanden.

Bewaard in tonnen of vaten

om te gisten, te rijpen.

Gebotteld in flessen of bewaard in kruiken.

 

Brood en wijn,

die ene avond op tafel gezet.

Gezegend en God gedankt

voor die vruchten van mensenhanden.

 

Aan tafel gedeeld door Jezus

als teken van zijn leven.

Totaal gegeven aan zijn vrienden.

 

Als uitnodiging om dit telkens weer te doen,

met zovelen

om Hem te gedenken en nooit te vergeten

dat brood en wijn,

gedeeld en gegeven,

de essentie is van

leven met en voor elkaar.

(Tom Heylen)

 

Onze Vader

 

Dagelijks durven mensen bidden,

zoals Gij gebeden hebt,
het gebed dat niemand ooit tevoren bad:

‘Vader, Uw Rijk kome…’

God, vaak wil ik vragen:

‘Dat Rijk van U, komt er nog iets van?’

Ik besef echter dat Gij mij dan zult vragen:
‘Dat Rijk van Mij, vriend, mag Ik er bij u iets van verwachten?
Mag Ik er bij u mee beginnen?’
Dan sta ik even perplex,

en weet me wel degelijk voor de muur geplaatst.

 

Bij het begin van dit nieuwe werkjaar

willen wij U vragen, Heer,
open onze ogen

voor Uw Rijk van vrede en gerechtigheid voor iedereen.
Laat ons vandaag beginnen

met het scheppen van een hemel op aarde.

 

Vredeswens

 

Wij geloven in de open hand van mensen,
die elkaar groeten met handen vol vrede,
die in goed vertrouwen elkaar tot vrede willen zijn.

 

Lied      Sjaloom …

 

***  ***  ***

Delen van brood en wijn

 

Heildronk en wensen

 

Bezinningstekst

 

De Christus van vandaag
wordt niet meer onder baldakijn en wierookgeur
langs de straten gedragen.

Hij wordt incognito door de buurvrouw
in de ziekenkamer thuisgebracht,
een beetje hoop in zachte handen
en op tafel mag de kaars nog even verder branden.

De Christus van vandaag wordt niet meer gedragen
tussen vaandels en fanfare en bruidjes in ’t wit.

Hij wordt nu veeleer zichtbaar
in de inzet en de moeite van mensen
die in Hem geloven
en hun medemensen dienstbaar zijn.

In hun zorgende handen is Hij opnieuw aanwezig.
In hun voeten, onvermoeibaar, brengt Hij zijn vrede.

 

(Manu Verhulst)

Slotgebed

 

Maak van ons mensen met een open hart,
die kunnen ontvangen en geven.
Zo groeien we samen naar Uw nieuwe wereld.

Geef dat wij in navolging van Jezus
ons laten raken door de noden van mensen,
veraf en dichtbij, met grote en kleine problemen.
Laat ons die gevoeligheid doorgeven aan onze kinderen,
zodat het een blijvende lijn wordt

van nooit aflatende zorg voor anderen,
een teken van onze verbondenheid met U.

Maak van ons mensen met een open hart,
mensen die in staat zijn om te horen en te zien
wat er rondom hen gebeurt.
Maak ons alert en attent
voor wat andere mensen beroert.

 

Lied nr. 20   Nieuwe mens in ons geboren

 

Mededelingen

 

Met dank voor het meevieren en voor de helpende handen!

Guido & Paula

 

Bronnen:

 

  • Golfslag
  • Madeleine Delbrêl
  • Elisabeth-website
  • Thomas-website

 

 

Voor de wereld, maar niet van de wereld

 

Christenen zijn in de wereld als ‘geleiders’,

in de betekenis van elektrische draad,

geleiders van iets wat de wereld niet in zich draagt,

wat de wereld niet uit zichzelf kan voortbrengen.

 

En hoe meer ze zijn ‘opgeladen’ voor de wereld,

hoe meer ze voor de wereld zijn voorbestemd.

Het kruis dat zij moeten dragen, is een ‘overspanning’

tussen hun intieme verbondenheid met de wereld

en hun innerlijke opdracht die vreemd is aan de wereld.

 

Madeleine Delbrêl

 

Gebedenboekjes-web