Kerstmis

KERSTMIS ,   enkele gedachten…

 Als, in onze contreien, de zon op haar verste punt staat, de nachten veel langer zijn dan de dagen, de natuur dood lijkt en het veld en de bomen geen vruchten meer geven…dan halen wij, naar oude Germaanse traditie, een nog groene boom in huis en versieren we hem met symbolen van licht, leven en hoop, met slingers, kaarsen en glitterballen… en dan vieren we kerstmis, het feest van de geboorte van Jezus. Het is niet de geboortedag van Jezus, die is onbekend. Maar waarom dan die datum van 25 december?

Dan moeten we even  terug in  de  tijd. Rond 307 na Christus riep keizer Diocletianus 25 december uit tot feestdag voor het hele Romeinse Rijk. Het feest van de geboorte van de “onoverwinnelijke zon” (sol invictus), die als godheid vereerd moest worden. Rond 25 december beginnen de dagen immers te lengen. Het licht en de warmte van de zon zullen de duisternis stilaan terugdringen.

In 313 na Christus bekeert keizer Constantijn (een van de opvolgers van Diocletianus) zich tot het christendom. Dat betekende ook een hele ommekeer op gebied van godsdienst in het Romeinse Rijk. De christenen werden niet meer vervolgd. Het is in die tijd dat het Romeinse feest van 25 december werd omgedoopt. Het werd een christelijk feest. In plaats van de zonnegod werd Jezus nu het middelpunt van dat feest: Jezus als licht voor de wereld. De geboorte van Jezus werd vroeger op verschillende data gevierd, maar vanaf 336 kreeg het zijn vaste stek op 25 december, in plaats van het Romeinse feest van de “sol invictus”.

Het gedenken van de geboortedag van Jezus op 25 december is echter niet zoals  wij onze verjaardag vieren. Kerstmis is het feest waarop wij gedenken wat Jezus voor ons betekent: licht voor de wereld, hoop en uitzicht voor mensen. En vanuit de verhalen van de evangeliën weten we hoe het gegaan is met dit kind.

Geboren als een dakloos kind van rondzwervende ouders, die in de herberg van Bethlehem – Bethlehem betekent: het huis van het brood; de naam kon niet cynischer! –  niet welkom waren. Hij werd gezoogd door zijn moeder in de stank van een beestenstal en had als wieg een vuile voederbak voor herkauwende dieren. Datzelfde kind zal later als volwassene sterven op een kruis, de folterdood voor slaven en rebellen, buiten de stad van de mensen terechtgesteld tot ieders vermaning. Tussen voederbak en schandekruis bouwt zich het leven uit van deze nieuwe “Koning der Joden”.

Deze geboorte en kindsheidverhalen zijn door Lucas en Matteüs geschreven in tijden van ’n verwoestende oorlog en bloedige vervolgingen. In de oren van de rechtgeaarde joodse lezer of toehoorder van die tijd – zeg maar de deftige middenklasse kerkganger – moeten de kindheidsverhalen zonder meer als een gruwel geklonken hebben. Zoals Jezus, ontdaan van alles en iedereen stierf, zo kwam hij ook als paria schamel en hulpeloos ter wereld, alleen herkenbaar voor de armen van zijn tijd en voor allen die zich willen omkeren, “bekeren” door aan de kant van de ontheemden te gaan staan. De publieke zondares, de vrouwen naast het kruis, de herders bij de stal: zij worden in het evangelie getekend als degenen die hem begrepen en het dichtst bij het Jezus-project stonden.

Zoals een componist in de ouverture van zijn muziekstuk of opera de belangrijkste thema’s en melodieën verwerkt, zo hebben de evangelisten Matteüs en Lucas – de twee andere evangelisten Marcus en Johannes hebben geen geboorte of kindheidsverhalen – in de eerste hoofdstukken van hun evangelie de hoofdlijnen verwerkt nl. hun eigen kijk op Jezus, zoals die verder in hun geschrift naar voor komt.

De geboorteverhalen zijn mythische verhalen, geen historische verhalen, zoveel is duidelijk. Maar ze zijn bedoeld om Jezus uit te tekenen in de lijn van de echte traditie van de bijbel (het O.T.).

Neem nu het begin van het evangelie van Matteüs: de geslachtslijst van Jezus, om te bewijzen dat hij een afstammeling van David moet zijn, de geïdealiseerde koning, die er voor zorgt dat er in het land geen onrecht en verdrukking meer is. Omdat Bethlehem de stad van David is, laat de evangelist Jezus daar geboren worden en moet Jozef, die Jezus en zijn moeder adopteert, van het geslacht van David zijn.

Maar er is meer. In die geslachtslijst bij Matteüs is iets opmerkelijks aan de hand. In die lange lijst van mannen worden maar drie vrouwen vernoemd:

Ruth is een Moabitische, voor de joden een gehaat volk;
Tamar, die zich voordoet als hoer en Juda twee kinderen schenkt;
Rachab, vermoedelijk herbergierster in Jericho en hoer.

De afstamming van David is dus niet zuiver: een vreemde vrouw en twee vrouwen van bedenkelijk allooi hebben een rol gespeeld in die geslachtslijst van Jezus tot David! Opmerkelijk toch dat Matteüs alleen deze drie vermeldt. Toeval of bewuste keuze?

Wat Matteüs wil zeggen is: als de Jezus-Messias ten tonele verschijnt, is dat niet in de natuurlijke, gangbare orde. Er worden grenzen opengebroken. Het project van die Jezus-Messias – of de groei van het Rijk Gods, zoals de Bijbel het ook noemt – verloopt niet volgens de gangbare regels van de maatschappij, waar macht, aanzien en mannelijke potentie tellen. Het evidente wordt doorbroken, overstegen. Volgens het Joodse denken ten tijde van Matteüs was het ondenkbaar dat in de afstamming van de Messias een vreemde vrouw, laat staan een hoer een plaats zou hebben. Jezus – Messias is van een andere orde. Hij schrijft zich in het project van de Ene in: de wereld anders: een samenleving van gerechtigheid, gelijkheid en voorrang voor de minsten.

In dat kader moeten we ook het verhaal van de drie wijzen verstaan.

Opvallend bij Lucas is dat hij zijn evangelie begint met het verhaal van Zacharias en Elisabeth. Lucas vertelt daarin opnieuw het oude verhaal van Abraham en Sara uit de Bijbel. Alle vier, Abraham en Sara, Zacharias en Elisabeth, zijn stokoude mensen. Ze zijn onvruchtbaar, hun leven heeft geen toekomst meer. En toch krijgen ze een zoon, tegen al het gangbare in.

Lucas wil eigenlijk zeggen dat de geschiedenis van “God met de mensen” geen vanzelfsprekende zaak is, maar steeds verrassend nieuw. Lucas schrijft hiermee een variatie op hét thema van heel de Bijbel: het project van de Ene en Jezus verloopt niet volgens de wetten van de gangbare wereldorde: geen situatie is zo uitzichtloos dat er geen toekomst is; de onvruchtbare zal vruchtbaar worden; wie niet meetelt zal drager zijn van een nieuwe toekomst; de laatsten worden de eersten.

Even in de marge: volgens exegeten verwijst het geboorteverhaal van Jezus ook naar het verhaal van de kleine Mozes in het tenen mandje dat zijn zus Mirjam (Maria) verbergt in het riet om zo te ontsnappen aan de moord op de pasgeboren joodse jongetjes door de farao. Jezus wordt de nieuwe Mozes. Maar het zou ons te ver voeren om hier dieper op in te gaan.

In Lucas’ verhaal wordt de aankondiging van Jezus’ geboorte niet gebracht aan de groten der aarde, maar aan herders. In Jezus’ tijd behoorden zij tot de laagste klasse, onbetrouwbaren, uitschot, die geen wetten kenden of onderhielden.

En daarbij zitten er in het verhaal van Lucas ook wat subversieve klanken die we niet dadelijk opmerken. B.v. de engelen zingen: Er is een “Redder” geboren. Dat is dezelfde term die de Romeinse Keizer zich toe-eigende als brenger van de (valse) “Pax Romana” (Romeinse vrede) in het Romeinse Keizerrijk. De echte Redder is die Jezus, geboren in een voederbak, opgejaagd door een Keizer die een volkstelling organiseert om het gekoloniseerde volk nog beter te kunnen uitbuiten.

Het Kerstverhaal is eigenlijk een “tegenverhaal” tegen hen die menen dat ze de geschiedenis schrijven in termen van geweld, geld, mannelijke machtsstructuren, onderdrukking, enz.

Zo kunnen mensen, die vandaag in die “Jezus-beweging” proberen te staan, een “tegenverhaal” worden in deze wereld  door duidelijk kant te  kiezen voor wie of wat verzwegen, weggedrukt, miskend of uitgerangeerd is.

Nog een toemaatje dat helemaal in de lijn ligt van het Kerstverhaal. Onlangs schreef Mehmet Üstün uit Heusden-Zolder, voorzitter van de moslimraad in het gratis weekblad “De Zondag”: “Veel mensen strijden tegen onrechtvaardigheid. Het is daarin dat God herkenbaar is”. Een uitspraak om in te kaderen!

Guy Manshoven
                                               Op basis van vroegere nota’s in het Bijbels Leerhuis
                                               bij Remi Verwimp en Paul Dewitte.

 

Angeles Bolanguer via pixabay-2