Aardbeving in Syrië enTurkije

Preek in de kerk van Winterslag op zondag 12 februari 2023

Mt. 5, 17-37

In dit stukje van de Bergrede vraagt Jezus van zijn volgelingen meer dan gewoon goed en lief te zijn.
Hij radicaliseert de wet, Hij verinnerlijkt de wet
en meteen roept Hij op tot ‘meer dan het gewone’.

Daarom laat ik het evangelie van vandaag even rusten om stil te staan bij wat iedereen beroert:
de aardbeving in Syrië en Turkije,
Tienduizenden mensen verliezen hun leven, honderd duizenden zijn dakloos.
Wij bidden voor deze mensen die geraakt zijn door pijn, verlies, verwondingen en dood
en voor alle mensen die hebben moeten aanzien hoe hun leefwereld door deze verschrikkelijke natuurkracht is vernield.

Wij worden geraakt door de aanblik van leed, hoe ver van ons bed het ook is.
Geld, voedsel, kleding wordt ingezameld. Medische teams komen in beweging , mensen steken een helpende hand toe, een golf van wereldwijde solidariteit komt op gang.
Het is goed dit te mogen zien in een tijd waar het soms alleen maar gaat over zelfzuchtig individualisme.

Sommige valse profeten durven zelfs vandaag nog beweren dat een dergelijke ramp een teken van de hemel is,
een oproep tot inkeer, straf van God.
Dit is een moreel onaanvaardbaar denken.
Wij hebben geen toegang tot het denken van God. Het gaat bovendien over onschuldige mensen:
kinderen, jongeren volwassenen, ouderen en zwakken en armen.
De opdracht van de ‘ware profeten’ is zieken en gekwetsten te troosten en te helpen, niet om het leed te verergeren door een boodschap dat het hun eigen schuld zou zijn.

Deze verschrikkelijke aardbeving laat ons zien hoe klein wij zijn in het grote geheel.
“Maar toont ook duidelijkheid de enorme verantwoordelijkheid van politici en aannemers van bouwwerken om mensen te beschermen tegen zulke rampen”.(toegevoegde opmerking van luisteraar in de kerk)
Wij ontdekken, ondanks onze verschillen – cultureel, politiek en religieus- dat wij veel delen met elkaar.
Wij hebben allemaal voedsel, kleding, onderdak en veiligheid nodig.
Een aardbeving maakt geen onderscheid tussen arm en rijk,
gelovig en ongelovig ,
rechtvaardig en nog-niet-rechtvaardig.
De taal van de tranen is universeel, die hoeft niet te worden vertaald. Daardoor voelen wij ons betrokken op een tragedie als deze.

Want onder onze uiteenlopende culturele buitenkant zijn wij één menselijke familie op onze moeder aarde.

Als een natuurramp als deze in enig opzicht een zegen is, is het dat ze ons, heel even,
ons uit onze luie stoel haalt en ons stil doet staan
bij het leed van anderen, die anders zijn, en zo ver weg, maar toch net zo als wij.

Als deze ramp ons weer gevoelig maakt,
ons herinnert aan onze kwetsbaarheid tegenover de natuur, onze kleinheid tegenover het universum,
onze solidariteit te midden van het lijden,
dan baart deze verschrikking van een aardbeving misschien een zegen en een zachte stem van hoop voor onze wereld.

Ex-deken J. Hermans (geïnspireerd aan Jonathan Sacks, De Kracht van Ideeën)

Izmir