Viering oktober 2023

Het Veer  15 oktober 2023 

  •  “Zalig de armen van geest”

Welkomlied : “Vervul dit huis”

Vervul dit huis met hart en geest,
met aandacht voor de kleinen.

 

Verwelkoming en verontschuldigingen
Welkom aan jullie allen die vandaag naar hier gekomen zijn om te luisteren naar Jezus’ bergrede, die de wereld op zijn kop zet. Dit is immers het thema van dit werkjaar. In de eerste viering, vorige maand, hebben we geprobeerd deze wet van het Nieuwe Verbond in zijn geheel te begrijpen. Nu nemen we de eerste zaligspreking onder de loep “Zalig de armen van geest”, of, zoals Hein Stufkens dit vertaalt “Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel”.

Laten we deze viering beginnen in het teken van verbondenheid met de Vader, die als Bron van liefde in ons woont, met de Zoon, die ons die liefde heeft voorgeleefd en met de Heilige Geest die de mensen links en rechts van ons in liefde samenbrengt.
“In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”.

Inleiding tot het thema
In het dierenrijk is elke vorm van matigheid en  soberheid overbodig omdat het dier over instinctieve impulsen beschikt waardoor het spontaan elk ongezond of bovenmatig eetgedrag mijdt. Een dier overeet zich nooit. Maar de mens kan zijn gedrag, ook zijn eetgewoonten zelf bepalen. Hij is een “vrij” wezen. Die vrijheid komt in onze welvaartsmaatschappij onder druk te staan.

Geluk wordt voorgesteld als kunnen consumeren: alles eten waar je zin in hebt, je volgens de laatste mode kleden, een huis en auto hebben met de nieuwste snufjes, een bucketlist opmaken van de reizen die je moet gemaakt hebben, enz… We zitten in de tredmolen van de consumptie. De reclame geeft ons de boodschap: als je “in” wil zijn, moet je meedoen, en zo bouw je een EGO op. Zo kijken de mensen naar je op. Wie niet meedoet, zet zichzelf buiten spel.

Het evangelie dat we vandaag zullen horen waarschuwt tegen deze vormen van hebzucht. Jezus roept ons op om tegendraads te leven. Het begint met in al onze keuzes matigheid en soberheid na te streven. Maar Zijn Blijde Boodschap gaat dieper. Het gaat erom afstand te nemen van ons EGO,  onze neiging om alles in functie van ons IK te stellen: mijn bezit, mijn  aanzien, mijn gemak, mijn genieten, mijn rust, mijn veiligheid, mijn macht. En zonder dat we het merken, wordt die Ik-gerichtheid een vanzelfsprekende levenswijze. Macht wordt ongemerkt machtsmisbruik, geweld en oorlog, zoals in Oekraïne of Israël. Of wordt grensoverschrijdend gedrag, wat de vorige weken zoveel verontwaardiging heeft uitgelokt. En voorbij dit EGO ervaren we een diepe verbondenheid met de Bron van alle leven, met de Grond van ons bestaan, die we God noemen. Wie zo verbonden wil leven, wordt  “een arme van geest” genoemd in de zaligsprekingen van Jezus. Dit is het thema van deze viering: “Geluk is eenvoud”.

Schuldbelijdenis
 Bij het horen van Jezus’ woorden beseffen wij dat ons leven soms ver af staat van de woorden van Jezus: “zalig de armen van geest want aan hen behoort het rijk der hemelen”. Daarom beginnen we deze viering met een vergevingsmoment. Na elke schuldbelijdenis zingen we het refrein van “Zalig zij die Jezus’ naam belijden”. Het lied is ons boekje afgedrukt. (tekst geschreven door de Limburgse priester J. Konings).

1. Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat we ook deelnemen aan overconsumptie, dat we ons soms vastklampen aan nutteloze spullen en overbodige aankopen. Dat geld voor ons soms op de eerste plaats staat.
Wij zingen: Zalig zij

2. Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat er soms leegte is in ons hart, dat we geen zin in ons leven zien, dat we ons opsluiten in ons eigen wereldje en geen voeling meer hebben met de gemeenschap waarin we leven. Dan worden wij onverschillige of soms verbitterde mensen.
Wij zingen: Zalig zij

 3. Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat we vergeten hoe goed we het hebben met zoveel sociale voorzieningen. We vergeten dat we aan de beste kant van de wereld wonen. We vergeten dankbaar te zijn en te delen van onze welvaart.
Wij zingen: Zalig zij

Wij bidden: Draag mij, God, in uw barmhartigheid, til mij op uit mijn kleinheid, mijn moedeloosheid,
mijn onmacht of mijn onverschilligheid , Koester mij in uw liefde, Gij die voor ons Vader en Moeder zijt.

Evangelie: Mt. 5, 1-3 en -6, 24-29
In de zaligsprekingen verkondigt Jezus zijn grondwet voor ieder die Hem wil volgen. Wie echt gelukkig wil worden moet zich spiegelen aan deze woorden.

Toen Jezus de menigte zag, ging hij de berg op en nadat hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij hem. Hij nam het woord en onderrichte hen aldus:
“Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Niemand kan twee heren dienen. Hij zal de één haten en de ander liefhebben, ofwel de één aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen èn de mammon. Daarom zeg ik u: Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken.
Let eens op de vogels in de lucht. Ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse vader voedt ze.
En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijk naar de leliën in het veld. Ze arbeiden noch spinnen. Toch zeg ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen.

Homilie
Er is nogal wat verschil tussen de zaligsprekingen bij Matheus en bij Lucas. Lucas begint de zaligsprekingen met “Zalig gij die arm zijt ”, terwijl Matheus, die zijn evangelie waarschijnlijk later heeft geschreven, eraan toevoegt “zalig de armen van geest”.
Met de armen, waarvan Lucas spreekt, zijn in de bijbelse traditie de “anawim” bedoeld. Mensen die in armoede en in onderdrukking leven, moeten vechten om te overleven, maar met een groot vertrouwen op God hun armoede dragen.
Een mooi voorbeeld van een anawim is de weduwe van Sarepta, straatarm, maar vol Godsvertrouwen. Als de profeet Elia in de stad Sarepta komt ziet hij daar een weduwe hout sprokkelen, om van het laatste beetje meel en olie dat zij heeft een laatste maaltijd voor haar en haar zoon te bereiden. Hij vraagt haar het onmogelijke: bak voor mij een broodje, daarna kan je ook voor jezelf en je zoon zorgen. En hij voegt erbij “Wees niet bang, je zal nog genoeg over hebben”. En de vrouw vertrouwt op God en dan gebeurt het wonder: de pot met meel raakt maar niet leeg en de kruik met olie ook niet. En het blijft niet bij dit ene wonder. Als haar enige zoon enige tijd later sterft, zal Elia hem weer ten leven wekken.
Lucas spreekt die zaligspreking “Zalig de armen”  uit in de traditie van Jesaja 61: “De geest van God rust op mij, om aan armen het goede nieuws te brengen, om een genadejaar van de Heer uit te roepen”.  Een genadejaar komt volgens de wet van Mozes elke 5O jaar terug: een jaar waarin aan de armen hun schuld wordt kwijtgescholden, zodat ze van een schone lei kunnen herbeginnen. Jezus kondigt met zijn komst  ook een genadejaar aan: die zaligspreking is dus een oproep om met die armoede komaf te maken. De geest van God rust niet alleen op Jesaja, maar op elk van ons om iets te doen aan die armoede.
Het gaat er dus niet om de armoede te verheerlijken en  de verworvenheden zoals elektriciteit en stromend water af te wijzen. Als monniken of kluizenaars zo leven, is dit niet uit protest tegen de moderne samenleving, maar om ons voor te houden hoe ze door onthechting meer beschikbaar zijn en welk geluk er in de onthechting te vinden is.
In de loop van de tijd legde de Kerk deze zaligspreking van Lucas anders uit: de armen moeten nu hun miserie dragen, om in de hemel hun beloning te krijgen.  Een opvatting die Karl Marx terecht bestreed. Daarom noemde hij godsdienst opium voor het volk. Met Lucas kunnen we besluiten dat armoede een onrecht  is dat we als gelovigen uit de wereld moeten helpen.

Waarom herformuleert Matheus deze zaligspreking tot “Zalig de armen van geest”? Als we naar de achtergrond van deze uitspraak kijken, lezen we in  het eerste boek van de bijbel, Genesis, maar ook in de prediking van Jezus dat God ons het leven en de hele schepping als geschenk heeft gegeven. Een gelovig antwoord daarop is zorgzaamheid en deelzaamheid.

De eerste houding bestaat erin zorg en eerbied te betonen voor elk leven, zowel het menselijk leven als dit van de natuur. Nu onze planeet op verschillende vlakken bedreigd wordt, moet ieder van ons zijn steentje bijdragen tot het leefbaar houden van de aarde.

De tweede houding is deelzaamheid. Bereid zijn om wat we hebben te delen. Niet alleen ons bezit, maar ook onze tijd, onze talenten. Deelzaamheid betekent onthecht zijn van wat we hebben om het te delen met onze medemens. Het is loskomen van ons ego, is loskomen van het IK in het centrum van ons denken en doen te plaatsen, ermee ophouden ons IK belangrijker te vinden dan onze naasten.

Door van ons IK  los te komen, komt er eenvoud in ons leven. En door die eenvoud komen we tot een diepe verbondenheid met de Bron van ons Leven, de Grond van ons bestaan. Stein Hufkens brengt het Latijnse woord voor eenvoud ‘humilis’ in verband met ‘humus’ grond. Het gaat dan niet om de schijnbaar vaste grond van het EGO, maar om de grond van alle Zijn, die Jezus de Hemelse Vader noemt. Dan begrijpen we wat Jezus bedoelt met “Uw wil geschiede”: in elke situatie, ook in de ellende, zoeken welke weg de liefde ons aanwijst. “Uw wil geschiede” betekent dus niet zich neerleggen bij het onrecht en het lijdzaam ondergaan. Het is “arm van geest” worden om bij elke keuze niet de belangen van ons IK te laten primeren, maar ons te laten leiden door de liefde.

Toen Felix Timmermans de roman “Boerenpsalm” schreef, oogste hij veel succes, ook in Nazi-Duitsland in de jaren ’30 en ’40. Hij reisde Duitsland rond om zijn boek voor te stellen en repte met geen woord over de jodenvervolging. Daarom werd hij na de oorlog als ‘cultureel collaborateur’ veroordeeld tot huisarrest. Hij verloor enkele van zijn beste vrienden. Bovendien kreeg hij een hartinfarct. Maar in plaats van zich verbitterd terug te trekken, maakte hij een spirituele ommekeer mee. Hij zocht vriendschap met de mensen die hem haat toedroegen, omdat hij zich gedragen voelde door een enorme liefde. Die noemde hij “de kern van alle dingen”.

 De kern van alle dingen
Is stil en eindeloos
Alleen de dingen zingen
Ons lied is kort en broos

 En donker zingt mijn bloed
Van heimwee zwaar doorwogen
Ik zeil langs regenbogen
Gods stilte tegemoet

 Met u zijn er geen verten meer
En alles is nabij
De aanvang van het leven
Glinstert weer
Aan alle angst voorbij

 Verlost van schaduw en van schijn
Wordt pijn en verdriet tot vreugd’ verheven
Hoe kan het zo eenvoudig zijn?
Hoe kan de aarde hemel zijn,
Met u, o kern van alle dingen,

 Ik krijg het met geen woord gezegd
Wat er nu omgaat in mijn ziel
Maar ‘k voel de band met u zo hecht
Dat ik nederig en dankbaar kniel

Voorbeden
De woorden van Jezus “Zalig de armen van geest” willen we concreet maken met enkele voorbeden. Die zullen we telkens beantwoorden met het lied “Ubi Caritas”. Na de derde voorbede is er ook kans voor een eigen voorbede.
1. Laten we bidden voor alle christenen: dat zij zich bevrijden van alle drang naar macht en bezit en de ware rijkdom blijven zoeken in de armoede van geest.
Laten we zingen: Ubi caritas.

2. Laten we bidden voor kracht om in onze moderne consumptiemaatschappij niet het geld maar de mens centraal te stellen en als arme van geest geluk te ervaren in de onthaasting en de eenvoud.
Laten we zingen: Ubi caritas

3. Laten we bidden voor moed om in Jezus’ spoor tegendraads te handelen, tegen ik-gerichtheid en hebzucht in.
Laten we zingen: Ubi caritas

4. Wie wil kan hier nog een persoonlijke voorbede aan toevoegen.
Laten we zingen: Ubi caritas

Afsluitend gebed
Heer onze God, Gij laat U vinden in kleine mensen. Maak hen aanwezig in ons leven,  geef dat wij ons leven op hen afstemmen. Bekeer ons hart en laat ons bouwen aan een wereld waar zij ten volle meetellen. Zo bidden wij U door Christus, onze Heer. Amen.

Tafelgebed
Heer, ik ben zelf het leven niet,
Het leven leeft in mij.
Het is niet mijn adem die mij in leven houdt,
Maar het is jouw adem die mij doet leven.
Ik adem jouw adem in en uit.

Laat mij dit elke dag overwegen,
om je dank te zeggen voor alles wat je ons geeft,
de natuur die in elk seizoen haar pracht toont,
de mensen die van ons houden,
de samenleving die ons zovele kansen geeft,
onze eigen  talenten, onze energie, ons karakter,
ons dagelijks brood en de wijn,
geschenk van de aarde, van de hemel en veel moeizame arbeid.

Want de avond voor je gevangen werd,
heb je brood en wijn genomen
en de woorden uitgesproken:
neem en eet want dit brood is als mijn lichaam,
neem en drink deze wijn want deze wijn is als mijn bloed,
aan jullie gegeven als teken van verbondenheid
Ontvang dan dit brood en deze wijn
om brood en wijn te zijn voor de mensen die je omringen, dichtbij en veraf.

Lied: “Voor kleine mensen” 1-4
Voor alle mensen die ons omringen is God als een Vader en Moeder die er voor ons is.
Dit zingen wij uit in dit lied: “Voor kleine mensen”

Vredeswens
Daar waar vriendschap is en liefde, daar is God in ons midden,
daar leven mensen in vrede met elkaar.
Wij bidden dat wij zulke mensen zijn en de weg van vrede gaan.
Blijf ons vervullen, God,
met geestkracht en daadkracht,
opdat wij vruchten van vrede  en geluk uitstrooien over geheel de wereld.
Wensen wij elkaar van harte die vrede toe.

Communie met wensen
Wij geven nu de mandjes door met het brood dat wij met elkaar delen.

Wij geven ook de drank door waarmee we onze wensen, verwachtingen, dankbaarheid en hoop kunnen delen met elkaar.

Lied: “Dat wij verrijzen uit de dood”  1-2
Wij hebben in deze viering gehoord dat geluk ligt in de eenvoud, in de onthaasting, in het loskomen van onze dwingende verlangens. “Arm van geest” wil zeggen dat het EGO – onze IK gerichtheid – langzamerhand verdwijnt. En in de plaats komt een diepe verbondenheid met ieder en al wat leeft. Dit kunnen we in ons dagelijks leven nastreven door onze tijd niet vol te proppen met al onze plannen en verzuchtingen. Maar wel door open te staan voor wat de tijd ons brengt, voor de mensen die een beroep op ons doen. We hoeven niet alles te controleren, laat los, laat de dingen aan je gebeuren.
De dichter Leonard Nolens heeft dit als volgt verwoord:

Vertraag, vertraag, vertraag je stap
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam.
Verlangzaam.

Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen –
Laat.

Zending en mededelingen
Moge God ons zegenen met ongemak bij gemakkelijke antwoorden, halve waarheden, en oppervlakkige verhoudingen zodat we diep vanuit ons hart mogen leven.
Moge God ons zegenen met woede bij onrechtvaardigheid, onderdrukking, en uitbuiting van Gods schepselen zodat we mogen werken aan rechtvaardigheid, vrijheid, en vrede.
Moge God ons zegenen met tranen om te vergieten voor hen die lijden aan pijn, verwerping, honger en oorlog, zodat we onze handen kunnen uitstrekken om hen te troosten en om hun pijn in vreugde te veranderen.
Moge God ons zegenen met genoeg dwaasheid om te geloven dat we een verschil kunnen maken in de wereld, door te leven naar de woorden van Jezus. In de bergrede heeft hij  ons de weg gewezen naar het ware geluk. Als een goede gids is Hij ons op die weg voorgegaan. In deze tijd is dat geen gemakkelijke weg, maar wij weten dat Hij ons altijd nabij blijft.
Moge ons dan zegenen onze goede God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.

Lied: “Eenvoudig”

 Uitdelen van aandenken als herinnering aan deze viering.
Oscar Romero schreef: “Het is maar al te gemakkelijk om de woorden van Jezus “Zalig de armen van geest” te vieren zonder zich in te zetten voor een andere wereld.
Daarom laten we ook het mandje rondgaan voor de omhaling.

 Wij maakten dankbaar gebruik van:
Herwig Arts, De lange weg naar binnen.
Toon Hermans, Brochure over bidden.
Tich Nhat Hanh, Vrij zijn waar je ook bent.
Peter Schmidt, Ongehoord, Christen zijn volgens de Bergrede.
Hein Stufkens, De grondwet voor geluk – De universele wijsheid van de bergrede.
Eric Van den Berghe, Van U is het woord. Overwegingen bij de Schrift.

 Eugène, Jos, Marie-Alice

 

 

bergredekopie